top of page
home.jpg

onderzoek

echo.png

Echoscopisch onderzoek

Wanneer je zwanger bent meld je dan digitaal aan in onze verloskundigenpraktijk. De praktijkassistente belt je wanneer ze de aanmelding heeft ontvangen. Ze maakt dan twee afspraken met je. Een voor je eerste echo (rond 8 weken) en  een afspraak voor een intake met de verloskundige (rond 10 weken).

Prenatale screening  - Onderzoek naar aangeboren afwijkingen

 

Elke zwangere vraagt zich af of haar baby wel gezond zal zijn. Gelukkig worden de meeste kinderen gezond geboren. Maar een klein aantal kinderen, zo’n 4 %, heeft bij de geboorte een erfelijke aandoening of aangeboren afwijking. Het is van belang om je te realiseren dat geen enkel prenataal onderzoek een gezond kind kan garanderen. Afhankelijk van het type onderzoek, wordt slechts naar enkele aandoeningen gezocht. Veel aandoeningen kunnen niet met prenatale diagnostiek worden opgespoord.

Deze informatie is niet bedoeld voor ouders met een verhoogd risico op het krijgen van een kind met een aangeboren aandoening. Of er voor jou een verhoogd risico is bespreek je met je verloskundige tijdens het intakegesprek.

Keuzevrijheid betekent kiezen

Het feit dat er tegenwoordig technieken zijn waarmee aanstaande ouders hun ongeboren kind kunnen laten onderzoeken, plaatst je als aanstaande ouder voor keuzes, of je dat nu wilt of niet. Laat je je testen of niet? En zo ja, welke testen wil je dan doen? En wat doe je als de uitslag van de test slecht uitvalt? Hierbij is de juiste voorlichting en informatie belangrijk, zie www.pns.nl

Er zijn twee soorten screening:

  1. Onderzoek naar downsyndroom, edwardssyndroom en patausyndroom: de NIPT  (niet-invasieve prenatale test)

  2. Onderzoek naar lichamelijke afwijkingen: de 13 weken en de 20 weken echo

Je beslist zelf of je deze onderzoeken wilt laten doen.

Graag informeren wij je over de mogelijkheden van prenatale screening. Heb je tijdens je eerste bezoek aan ons gezegd dat je meer wil weten over prenatale screening? Dan krijg je hier een uitgebreid gesprek over (counseling). 

 

Echoscopisch onderzoek

De 13 weken echo en de 20 weken echo laten we maken in een gespecialiseerd echocentrum. Het maken van deze echo's is een apart vakgebied, waar je continue mee bezig moet zijn om bijzonderheden bij de baby te kunnen herkennen. 

 

Wij verwijzen naar echocentrum FOCUS  www.echocentrumfocus.nl  of Baby image www.babyimage.nl  Daar zijn echoscopisten in dienst die, doordat ze voor de hele regio echo's maken, heel veel ervaring hebben.

 

13 weken echo

 

De 13 weken echo, ook wel het eerste trimester echo genoemd is een medisch onderzoek naar lichamelijke afwijkingen bij je baby. De 13 weken echo lijkt veel op de 20 weken echo, alleen is de baby veel kleiner. Bij beide onderzoeken bekijkt een echoscopiste of je baby lichamelijke afwijkingen heeft. Je kunt de 13 weken echo laten doen tussen de 12+3 tot en met 14+3 weken zwangerschap. Wil je er meer over lezen? www.pns.nl of in de folder die je krijgt bij aanmelden in onze praktijk.

20 weken echo

 

Met de 20 weken echo, ook wel de tweede trimester echo genoemd wordt gekeken naar structurele (lichamelijke) afwijkingen van het ongeboren kind. De 20 weken echo kan worden uitgevoerd tussen 18+0 en week 21+0 van de zwangerschap. Wil je er meer over lezen? www.pns.nl of in de folder die je krijgt als wij je voorlichten over de 20 weken echo.

De echoscopiste vertelt je meteen na de echo de uitslag. Bij 95 van de 100 zwangerschappen ziet de echoscopiste geen aanwijzing voor een afwijking. Vervolgonderzoek is dan niet nodig.

Bij ongeveer 5 van de 100 zwangere vrouwen ziet de echoscopiste iets wat een afwijking kan zijn. Het is niet altijd duidelijk of het inderdaad een afwijking is, hoe erg de afwijking is en wat dit voor je kind betekent. Is er iets afwijkend gezien dan kun je kiezen voor vervolgonderzoek.

 

Je bent niet verplicht vervolgonderzoek te doen. Wil je wel meer zekerheid dan verwijzen je naar het PND-centrum van het Amphia ziekenhuis.

 

Niet Invasieve Prenatale Test - NIPT 

 

De NIPT is een test waarbij het bloed van de moeder wordt gebruikt om in het laboratorium te testen of het ongeboren kind mogelijk het Down syndroom, edwardssyndroom of patausyndroom heeft. Mensen met een downsyndroom hebben een verstandelijke beperking. Iemand wordt daarmee geboren. Het edwardssyndroom en patausyndroom komen vele malen minder voor. Deze twee laatste syndromen zijn zeer ernstige aandoeningen.

De NIPT kan ook andere aandoeningen vinden. Dit heet nevenbevindingen. Je kiest zelf of je deze wil weten. Zie ook www.meerovernipt.nl  en www.pns.nl

 

Vervolgonderzoek

 

Heb je een ongunstige uitslag gehad? Dan kun je besluiten dat je geen verder onderzoek doet en de zwangerschap uitdraagt. Je bent niet verplicht vervolgonderzoek te doen. Wil je meer zekerheid of je baby een aandoening heeft dan kun je kiezen voor vervolgonderzoek. Wij verwijzen naar naar het PND-centrum van het Amphia ziekenhuis.

Het vervolgonderzoek bestaat uit een vruchtwaterpunctie.
 

bottom of page